Het Groot-Brittannië uit Koningin Victoria's tijd
Het Victoriaanse tijdperk in Groot-Brittannië is vernoemd naar de periode toen Koningin Victotia op de troon zat en dat is
de lange tijd tussen 1837 en 1901. Qua architectuur was dit een tijd waarin er sprake was van een heropleving van vroegere
bouwstijlen zoals bijvoorbeeld de gotiek, de renaissance en ook de typisch Schotse
Scots Baronial.
Dit zijn dus zogenaamde neo stijlen. Voor 1837 gebeurde dat ook al wel. Denk bijvoorbeeld aan het Neoclassicisme.
Het was een tijd waarin het land een bedrijvige periode doormaakte. Vroeger werden grote gebouwen gefinancierd door rijke
edellieden, het rijk of de koning(in) maar dit was een tijd waarin de industrie floreerde en de stoomtrein werd
uitgevonden. Dat laatste betekende dat er gemakkelijker goederen vervoerd konden worden maar ook dat in de loop van de eeuw
er sprake kon zijn van personenvervoer. Dat resulteerde weer in de bouw van imposante treinstations met soms ook fraaie
hotels. Twee in het oog springende exemplaren daarvan zijn
St Pancras in Londen waar de
internationale trein vanuit België en Nederland arriveert en het station van het Schotse
Edinburgh waar het luxueuze
Balmoral Hotel
staat, een pand dat vanaf het begin af aan dienst deed als spoorweghotel. Ook in
Glasgow - toen bekend
als de werkplaats van het Britse Imperium - staat een mooi Victoriaans stationshotel en dat is het
huidige
Grand Central Hotel.
Toen Victoria's heerschappij begon (al hadden de regering en parlement toen vooral de teugels in handen) was de Industriële
Revolutie toen net ten einde. Er waren tegen die tijd natuurlijk vele fabrieken voor allerlei industriën zoals de textielindustrie,
de keramiek, staal en zilver om maar wat te noemen. Op één van de foto's ziet u één van de katoenfabrieken en dat is de
Salts Mill, gebouwd in de 19e eeuw. Die is gesitueerd in het dorp
Saltaire vlakbij
Bradford in West Yorkshire. Dat is een bijzonder dorp omdat de toenmalige eigenaar het lot van de arbeider
serieus nam en wenste dat ook zij een goed leven konden leiden. Daarom heeft hij dit modeldorp gebouwd. Dit fenomeen kwam in de
Victoriaanse tijd op meerdere plekken voor. Ook
Port Sunlight in Cheshire en
New Lanark
niet ver van het net al genoemde
Glasgow zijn daar voorbeelden van. Naast de fabrieken werden er uiteraard
ook stadshuizen gebouwd (de eeuwen daarvoor ook al uiteraard) en bijvoorbeeld ook winkelgalerijen, met andere woorden: overdekte
winkelstraten. Een mooi voorbeeld daarvan is de stad
Leeds in
West Yorkshire.
Er zijn daar toen negen zogenaamde
'shopping arcades' gebouwd waarvan er tegenwoordig nog vier zijn te bezoeken. Een deel
van de overdekte winkels bevinden zich oa. in het geheel toepasselijke
Victoria Quarter. Op de foto ziet u ook een foto van de prachtige
Leadenhall Market in de
City of London, meer een overdekte
markt maar ook van Victoriaanse origine (al bestond de markt daarvoor ook al). In de hoofdstad zijn natuurlijk meer winkelgalerijen. Denk bijvoorbeeld
aan de mooie, eveneens 19e eeuwse en tamelijk exclusieve
Burlington Arcade in de wijk
Mayfair, niet ver van
Buckingham Palace.
Verschillende neo stijlen
Zoals al vermeldt was in de tijd van Victoria
revival architectuur populair waarbij men teruggreep op lang vervlogen tijden. Een zeer beroemd
gebouw(en) in het Verenigd Koninkrijk is het parlement, de
Houses of Parliament in Westminster Palace. Dat is een heel goed voorbeeld van de neogotiek.
Een gebouw dat onder kenners bekend staat als misschien wel het beste voorbeeld van de neogotiek is het stadhuis van
Manchester,
een perfect voorbeeld van de burgelijke trots die ontstond in deze tijd. U zult in Groot-Brittannië ook tal van 19e eeuwse gebouwen tegenkomen met een geheel andere uitstraling.
In Schotland zult u her en der kastelen zien die geconstrueerd zijn in de
Scots Baronial stijl. Men greep toen terug op de late middeleeuwen waardoor
die panden onder andere allemaal mooie torentjes hebben.
Glamis Castle in het raadsgebied
Angus (zie foto) is daar een imposant voorbeeld van
maar dat geldt ook zeker voor het beroemde koninklijke
Balmoral Castle.
Dergelijke architectuur is her en der ook in Schotse plaatsen te zien. Deze architectuur is dan enigszins Frans ogend maar er werd ook gebouwd in Italianiserende stijl en een heel
goed voorbeeld daarvan is het toenmalige buitenverblijf van Koningin Victoria en Prins Albert zelf.
Osborne House staat op het Zuid Engelse eiland
Wight,
vlakbij het kustplaatsje
Cowes.
Een Victoriaanse bouwstijl die behoorlijk afwijkt van de anderen is
de
Arts & Crafts. Die beweging - met als belangrijkste 'vertegenwoordiger'
William Morris -
hield in dat men terug ging naar de middeleeuwen, in die zin dat men de massaproductie uit die tijd afwees. Men wilde weer meer de nadruk leggen op individueel vakmanschap,
ornamentiek, niet vast willen zitten aan een bepaalde stijl en het gebruik van lokale materialen. Er zijn verschillende van dergelijke huizen nog te bezoeken waaronder
Standen in het zuidoosten van Engeland en
Cragside aan de rand van
Rothbury
in het noordoosten. De Schotse
Charles Rennie Mackintosh was ook een protagonist van deze stroming, beroemd vanwege zijn
Glasgow School of Art die helaas niet lang geleden in vlammen op ging. Het wordt wel weer heropgebouwd.
Op rondreis door Victoraans Engeland en/of Schotland?
Via de website kunt u allerlei informatie vinden om uw reis zelf te plannen en ook kunt er oa. hotels, b&b's, b&b's en vakantiehuizen boeken. U
kunt echter ook (gratis) service aanvragen in de vorm van een Vakantieplan op Maat. Dat is vooral handig als u een rondreis wilt maken. U krijgt dan een uitgebreid en duidelijk
online reisschema met per bestemming info en een te boeken accommodatie. Ik kan dan uiteraard ook rekening houden met het feit dat u graag plaatsen wilt zien waar
gebouwen uit de Victoriaanse tijd staan. Dat kunnen dus heel mooie steden zijn maar ook stadjes en landelijke gebieden. Misschien is het op dit vlak ook leuk om het
Blists Hill Victorian Town te bezoeken, een openluchtmuseum in
Shropshire waar ook wat jaartjes geleden de BBC tv-serie de
Victorian Pharmacy is opgenomen. Dat is overigens in het westen van Engeland.