Geografie (1) - landschappen van Groot-Brittannië
Geologie: Groot-Brittannië heeft een zeer diverse geologie met gesteenten uit alle geologische tijdvakken. Daarnaast zijn er ook vele verschillende
soorten landschappen: van glooiende heuvels met gras en bos als begroeiing, berggebieden met heidevelden tot vlakke laaggelegen gebieden met veel akkerbouw. Er zijn ondergronden
van harde steen en ondergronden van bijvoorbeeld zacht kalksteen. De witte kliffen van zuid Engeland zijn daar een mooi voorbeeld van, hetgeen overigens zorgt
voor de nodige erosie en het langzamerhand terugdringen van de kustlijn. De oudste gesteenten zijn te vinden in het bergachtige noordwesten van Schotland. Heel vroeger
zat Groot-Brittannië overigens gewoon vast aan Europa. Na de laatste IJstijd (meer dan 6 duizend jaar voor Christus) liep het gebied tussen Engeland en Frankrijk onder
water. Een grote aardverschijving zou de grote oorzaak kunnen zijn geweest, men weet het niet zeker.
Bergen: Groot-Brittannië is voor een groot deel bergachtig en heuvelachtig. De bergen vindt u met name in het noorden en westen. Schotland
en Wales bestaan beide voor een groot deel uit berggebieden. De meeste hoogste toppen in Schotland zijn bijvoorbeeld te vinden in het
Cairngorms National Park
en in Wales in het
Snowdonia National Park. Ook noord Engeland kent bergen: in het noordwesten ligt het nationale park het
Lake District
en er zijn bergen en heuvels langs de
Pennines. Dit is de ruggegraat van noord Engeland waar bijvoorbeeld ook het
Yorkshire Dales National Park
te vinden is. Op het eiland bevinden zich overigens 15
nationale parken, waarvan een groot deel met
de nodige hoogtemeters. De hoogste berg staat vlakbij het stadje
Fort William in Schotland en heeft de naam
Ben Nevis.
Heuvels: naast de net genoemde berggebieden kent het eiland ook vele streken met lagere heuvellandschappen. In zuidwest Engeland liggen bijvoorbeeld
de nationale parken
Exmoor en
Dartmoor vlakbij elkaar en kennen toppen tot 600 meter. Een voorbeeld van een uitgestrekt heuvelgebied
is de lagere glooiende zone van zuid Engeland en het eiland
Wight, het zogenaamde
'downland'. Andere voorbeelden zijn
de
Shropshire Hills in het westen van het land, het
North York Moors National Park in het noordoosten en de heuvels van
de
Scottish Borders in zuidoost Schotland.
Geografie (2) - landschappen van Groot-Brittannië
Vlakke gebieden: er zijn echter ook vlakke gebieden, met name in Engeland. Die vindt u vooral in de verstedelijkte gebieden in en rondom bijvoorbeeld Londen,
Birmingham, Nottingham en Liverpool maar ook in de plattelandsgebieden van oost Engeland. Dat zijn met name de graafschappen
Essex, Suffolk, Norfolk, Cambridgeshire en Lincolnshire. Ook het gebied in en rondom de grote steden van Schotland, namelijk
Glasgow en Edinburgh, de laaglanden, zijn aanzienlijk vlakker dan de rest van Schotland.
Kusten: vele kustgebieden in Groot-Brittannië zijn flink geaccidenteerd. Er zijn de nodige kliffen en baaien bijvoorbeeld in Devon
en Cornwall in het zuidwesten, in Pembrokeshire in zuidwest Wales en in allerlei delen van Schotland. Zeer bekend zijn ook de witte krijtrotsen
in Kent en East Sussex, zuidoost Engeland. Een aantal secties zijn ook wel degelijk vlak of een stuk vlakker, zoals
grote delen van de oostkust van Engeland en kleine stroken waar enkele grote badplaatsen gesitueerd zijn.
Meren: de meest in het oog springende meren bevinden zich in Schotland. Dit zijn met name Loch Lomond en Loch Ness,
de twee grootste meren van Groot-Brittannië. Het grootste meer van het Verenigd Koninkrijk vindt u overigens in Noord-Ierland. Daar ligt het enorme Lough Neagh,
niet al te ver ten westen van de hoofdstad Belfast. Een ander gebied dat bekend is vanwege zijn mooie meren is het Lake District National Park
in noordwest Engeland. Dit bergachtige gebied kent kleine valleien met elk een eigen microklimaat en verschillende kleinere en grotere meren. Een ander redelijk groot meer in het land
is Rutland Water in de East Midlands. Er zijn uiteraard meer kleinere meren maar ook een aantal waterreservoirs, kunstmatige
meren dus. Die vindt u bijvoorbeeld in de bergen van het Brecon Beacons National Park in zuid Wales en in het heuvelachtige Peak District National Park
in midden/noord Engeland.
Bevolkingsspreiding
Inwonertallen: in Groot-Brittannië wonen meer dan 60 miljoen mensen waarvan verreweg het grootste gedeelte in Engeland.
Dat komt omdat dit het grootste land is maar ook omdat Schotland en Wales grotendeels uit bergachtige regionen bestaan. Noord-Ierland behoort overigens
ook tot het Verenigd Koninkrijk en daar wonen niet veel minder dan 2 miljoen mensen waarvan de meesten in en rondom
Belfast
in het oosten.
Verstedelijkte gebieden: een groot deel van de bevolking woont in de steden en de aangegroeide gemeenten. Verreweg de meeste inwoners telt
de metropool Londen, of beter gezegd het graafschap
Greater London. Daar wonen meer dan 8 miljoen mensen. De andere gebieden zijn te vinden rond
Birmingham (West Midlands) in het westen, de oude industriesteden
Manchester,
Leeds
en
Sheffield (beiden
Yorkshire) in het noorden en de laaglanden van Schotland. Daar liggen de steden
Edinburgh
en
Glasgow. Er wonen ook veel mensen in
Liverpool in het noordwesten, in en rond
Newcastle in
het noordoosten en in de stad
Bristol in het zuidwesten. Wales kent geen echte grote steden. De grotere steden
Cardiff, Swansea en
Newport liggen allen aan
de zuidkust. Naast de grote bevolkingscentra zijn er uiteraard nog veel meer
steden in Groot-Brittannië.
Kleinere steden en platteland: als je kijkt naar de inwonertallen per graafschap dan zie je dat na de verstedelijkte gebieden het redelijk gelijk verdeeld is.
In de zuidelijke Engelse graafschappen
Kent en
Hampshire wonen bijvoorbeeld wat meer mensen dan in andere gebieden.
Voorbeelden van relatief dunbevolkte graafschappen zijn
Wiltshire, Cornwall en
Devon in het zuiden,
Shropshire
en
Herefordshire in het westen,
Norfolk, Suffolk en
Lincolnshire in het oosten en
Northumberland, Cumbria en
North Yorkshire in het noorden. Verspreid over Groot-Brittannië vindt u uiteraard ook de nodige
mooie dorpen. In Schotland en Wales is de bevolkingsspreiding nog een stuk groter.
Een groot deel van deze landen is bergachtig en daar wonen nu eenmaal veel minder mensen. Naast de kernen rondom steden en stadjes als
Glasgow, Edinburgh, Stirling, Aberdeen, Dundee
en
Cardiff (Wales) zijn de gebieden veelal (relatief) dunbevolkt.
Politiek
Politieke voorkeur: als je kijkt naar de politieke kaart van Groot-Brittannië dan zie je over het algemeen hetzelfde beeld als in
andere soortgelijke westerse landen. De Sociaal Democraten, in dit geval de
Labour partij, hebben vooral in de verstedelijkte gebieden
de grootste aanhang en domineren daar ook de politiek. Daarnaast is de partij ook groot in andere delen van noord Engeland, Wales en Schotland. De conservatieven,
de
Tory partij, domineren vooral de kleinere districten en de landelijke gebieden. Zij zijn groot in de
Shires, het
traditionele Engeland, vooral in het zuiden, zuidoosten en zuidwesten, en minder in het noorden. Wat vooral opvalt is dat de
Tories in Schotland
zeer weinig aanhang hebben. In 2016 heeft men in het verenigd Koninkrijk gestemd voor de Brexit waardoor het land zich heeft teruggetrokken uit
de Europese Unie.
Dan heb je ook nog de
Liberal Democrats, de sociaal liberalen. Die partij is kleiner al hadden ze het de één na laatste verkiezingen
het zeer goed gedaan waardoor ze samen met de conservatieven de regering vormden. Dit was overigens zeer uitzonderlijk omdat het Verenigd Koninkrijk tot dan toe altijd
door één partij geregeerd werd. Er was dit keer alleen geen partij met de absolute meerderheid. Op dit moment regeren de
Tories weer alleen.
De grootste aanhang van
Liberal Democrat was te vinden in noord Schotland, delen van Wales, noordoost Engeland en zuidwest Engeland. Dan is er de laatste jaren nog een andere politieke partij op
het toneel verschenen, namelijk UKIP, oftwel de
UK Independence Party. Dit is de nationalistische anti Europa partij die
deel uitmaakt van het Europees Parlement maar (nog) niet van het Britse parlement in
Londen. Wanneer dat wel gaat gebeuren zal er op rechts ongetwijfeld een serieuze
verschijving plaatsvinden omdat deze nieuwe partij vooralsnog redelijk populair is. En dat geldt helemaal nu het Verenigd Koninkrijk via
het referundum tot een Brexit heeft besloten, de uittreding uit de Europese Unie. Dit heeft tot een heleboel politieke instabiliteit
geleid want premier
Cameron gaat niet door en ook de
Corbyn, leider van
Labour
ligt onder vuur bij zijn eigen partij.
SNP: speciale aandacht voor de
Scottish National Party. Naast het Britse parlement in
Westminster (Londen)
heeft Schotland ook zijn eigen parlement in
Edinburgh, de hoofstad. Het land streefde al een tijdje naar een vorm van onafhankelijk, van meer
zeggenschap in hun eigen land en dat werd gehonoreerd na een referendum in 1997. Daardoor werd het parlement opgericht waardoor de Schotten op een aantal beleidsterreinen
hun eigen lijn konden uitstippelen. Hier is het echter niet bij gebleven. De
SNP heeft veel steun in Schotland en is de grootste partij van het land
en in het parlement in
Edinburgh. Qua ideologie zit de partij aan de linkerkant van het politieke spectrum. De leider
Alex Salmond kreeg het voor elkaar wederom een referendum te houden, dit keer
over de volledige onafhankelijk en dus het verlaten van het Verenigd Koninkrijk. Op 18 september 2014 was de dag van de waarheid en de uitslag was NEE. 55% van de kiezers
stemde tegen onafhankelijkheid.
Salmond stapte daarna op als leider van de partij maar het streven naar onafhankelijkheid
blijft bestaan. Wie weet of er in de nabij toekomst nog een referendum zal plaatsvinden.